In de zestiende eeuw waren de Portugezen de baas over de handel in specerijen. De Portugezen waren de enigen die wisten hoe ze naar Indië moesten varen maar de vaarroutes werden geheim gehouden. De Nederlanders waren in oorlog met Spanje en Portugal was bezet door de Spanjaarden. Het was hierdoor bijna niet mogelijk om handel te drijven met de Portugezen. Omdat Nederland geen specerijen meer kon kopen raakten de specerijen in Nederland langzaam op.  En omdat er zo weinig specerijen waren werden ze ook voor veel geld verkocht.

In 1592 keerde Jan Huygen van Linschoten terug van een expeditie naar de Oost, Door deze expeditie leerde de Nederlanders de vaarroutes naar Azië kennen. In 1595 ondernam koopman Cornelis de Houtman een expeditie naar Indië. Hij trok erop uit met vier Hollandse galjoenen, na twee jaar keerden er drie rijk beladen galjoenen terug. Deze expeditie maakte duidelijk dat expedities naar Indië veel geld opleverde. De jaren daarna werden meerdere expedities ondernomen met wisselende successen.